Verhoging ‘startersvrijstelling’ per 1 januari 2024

Goed nieuws voor starters en doorstromers in de leeftijd tot 35 jaar!

Voor het jaar 2023 bedraagt de woningwaardegrens € 440.000,-. Voor het jaar 2024 zal een hogere woningwaardegrens gelden van € 510.000,-. Wil men gebruik maken van de verhoging, dan moet het transport na 31 december 2023 plaatsvinden. Het moment van het ondertekenen van de koopovereenkomst is daarbij niet van belang.

Verkrijgt u een woning waarin u zélf voor langere tijd gaat wonen? En bent u tussen de 18 en 35 jaar? Als u ook voldoet aan de andere voorwaarden, komt u in aanmerking voor de startersvrijstelling. U hoeft dan geen overdrachtsbelasting te betalen.

Verkrijgen betekent in de meeste gevallen dat u de woning koopt, maar dat hoeft niet. Het kan ook gaan om het krijgen van (een aandeel in) een eigendom als gevolg van bijvoorbeeld erfpacht, opstalrecht, vruchtgebruik of appartementsrecht.

Voorwaarden startersvrijstelling

U hebt recht op de startersvrijstelling als u voldoet aan de volgende 4 voorwaarden:

  • U verkrijgt een woning waarin u zélf voor langere tijd gaat wonen.
  • U bent meerderjarig en jonger dan 35 jaar op het moment dat u de woning verkrijgt.
    Het moment van verkrijging is het moment van ondertekening van de notariële leveringsakte bij de notaris.
  • Op het moment dat u de woning verkrijgt, mag de woningwaarde niet hoger zijn dan € 440.000. Het gaat dan om de woning inclusief eventuele aanhorigheden, zoals een tuin, schuur of garage. Deze waarde is meestal gelijk aan de koopsom zoals die in uw koopovereenkomst staat. Is de koopprijs inclusief aanhorigheden hoger, bijvoorbeeld € 450.000? Dan hebt u dus geen recht op de startersvrijstelling.
    Als de woning op erfpachtgrond staat, wordt ook de waarde van de gekapitaliseerde canon bij de waarde van de woning opgeteld.
  • U hebt niet eerder gebruikgemaakt van de startersvrijstelling.

Had u al eerder een koopwoning? Dan kunt u toch in aanmerking komen voor de startersvrijstelling, zolang u maar voldoet aan de voorwaarden.

Bron: NVM en Belastingdienst